Op zaterdag 23 januari toog GIJS Groningen naar het Haagje om het aldaar op te nemen tegen Hijs Hokij. We zouden om half twee vertrekken, doch te elfder ure werd besloten daar half drie van te maken tot ieders genoegen.
Het heeft voor mij altijd wel wat om naar genoemde plaats te reizen, tenslotte ben ik een geboren Haagse nuf die zo’n 35 jaar geleden het westen verruilde voor het noorden. Overigens tot groot plezier. Doch mijn liefde voor ijshockey is wel in het westen geboren, niet eens zo vreselijk lang nadat ik geboren was. Al vroeg trachtte mijn moeder een beroemde ster van mij te maken door mij op kunstrijles te pleuren. Schaatsen enig, maar ambitie had ik niet op dat vlak. Maar…….. en nou komt het, in de oude door mij zeer geliefde ijshal ‘de Hokij’ in de Houtrusthal keek ik na mijn capriolen naar het trainen van de ijshockeyers. En toen was ik al verkocht……….
Wat heerlijk dat mijn jongste zoon ook al jong verkocht raakte, aan ijshockey natuurlijk. Ik hou hem levenslang en van verkopen is geen sprake, ik heb hem gewoon weggegeven aan zijn lieve vriendin.
Goed, de heenreis verliep voorbeeldig en vlot, zodat wij overdreven vroeg ter plekke verschenen. Ondergetekende was de enige die de tijd stuk moest slaan. Het was ijskoud, zowel binnen als buiten. Snel zocht ik een warme plek op om een kop koffie te nuttigen en mijn meegenomen boekje te lezen. Slechts schemerlicht, dus dat was niets. Weer wat ronddarren en tenslotte naar het grote restaurant. Ook daar was de verlichting vrouwvriendelijk en ruim onvoldoende. Dan maar weer naar buiten. Inmiddels stroomde het publiek toe. Mij waren intussen twintig bandjes toebedeeld voor het Groningse publiek, haha. Lieve vrienden van mij, drie in getal kon ik er mee verblijden, maar dat waren geen Groningers, al waren ze bereid voor hen te juichen.
Nog even de lippen gestift, want je weet nooit wie je tegenkomt immers.
En eindelijk was het kwart over acht, de geplande starttijd van de wedstrijd. Nu deed zich een euvel voor en een die beslist verholpen diende te worden. Er zaten tamelijk grote gaten in een van de doelen. Je weet wel, het doel is in die doelen. De gaten werden naar mij werd gezegd, met tape dicht geplakt. Nou ja, zolang de puck maar in het doel gaat en niet er door.
Een goed gevuld stadion was getuige van de aftrap, je weet wel maar dan met een puck. Het was intussen half negen, maar dat mocht de pret niet drukken.
Jeff Honebeeke verdedigde het Groningse doel.
De eerste periode. Mijn hart klopte voor zekerheid vast in mijn keel, want ik was toch wel een beetje bang dat onze jongens hier een zware dobber aan zouden hebben. Dom wijf, verweet ik mijzelf al na 43 seconden, want wat gebeurde? GIJS scoorde!
Nou ja niet Gijs natuurlijk, maar wie werkelijk scoorde? Al sla je me dood. Op de sheet staat Kevin Kuiper en in de bus terug werd mij verteld dat het Danny Kerstholt was. Gooi maar in mijn pet, het was in ieder geval in ons voordeel, 0-1. Hoera.
Intussen dreigde mijn ballpoint het op te geven van de kou. Andere gepakt, idem dito. De derde was flink en hield stand.
Oh en intussen had een Hijs straf bekomen, ook een goed bericht. Een minder goed bericht was dat er enige oponthoud bleek. Er zat een wak in het ijs. Leek mij geen probleem, buiten is inmiddels wat natuurijs, koud waren we toch al. Doch dat was te optimistisch mijnerzijds. Men ging aan de slag met ijs en water en een brandblusser. Praktisch als ik soms ben, vroeg ik mij af waarom ze er geen hekje omheen zetten, want we schoten al aardig op in de tijd. Nadat de nevel van de brandblusser was opgetrokken kon het feest om vijf voor negen verder gevierd worden.
De Groningers pleegden een mooi schot op de Haagse goalie, doch de snuiter ving hem keurig op. Onmiddellijk daarna werd ontdekt dat het gevulde wak alweer een wak was. Geleerden bogen het moede hoofd erover en om een lang verhaal kort te maken, werd besloten de voorstelling te sluiten. De spelers hadden precies vier minuten en zes seconden gespeeld, zuivere speeltijd natuurlijk.
Het stadion stroomde leeg na de belofte de volgende keer gratis naar binnen te mogen. Wij zochten de warme bus op, die overigens eerst knel had gezeten tussen de auto’s zodat ik in enigszins bevroren toestand naar binnen klauterde.
Oh en het grote voordeel was, we waren thuis voor de sneeuwbui! Dus nog meer winst.
En wie zei dat ik hier geen lang verhaal van zou kunnen maken? De wedstrijd was wel kort maar hevig, maar mijn stukje niet……………. nou ja, je hoeft het tenslotte niet te lezen!