Zo snelden wij door de zomer heen, waarbij wij men zich eerst afvroeg hoe zomer ook weer was. Doch later werden er gewoon een paar graadjes bij opgegooid, die sinds enige dagen weer van het toneel zijn verdwenen. En da’s maar goed ook, want ik maakte mij al hevige zorgen of er wel ijs zou komen met die hoge temperaturen. Ach, zo komt alles op z’n pootjes terecht, tenminste vaak.
Eigenlijk geen leuke titel in het kader van de narigheid in op deze aardkloot. Maar het is in dit geval overdrachtelijk bedoeld en dat snappen jullie natuurlijk wel.
Dachten jullie nou echt dat ik een training aan mijn eigenwijze neus voorbij zou laten gaan na 5,5 maand droog te hebben gestaan? Nee, niet van drank, van ijs uiteraard. Die flessen staan wel in mijn daartoe bestemde kastje en ik tast toe wanneer ik er zin in heb. Dat ligt heel anders met ijs, afgezien van dat beetje in mijn vriezer dan. Uit dat genoemde apparaat haal ik zo nu en dan een beetje troost in de vorm van een likijsje dan wel een stukje wat anders teneinde de ijslust te stillen.
Okido, desnoods een training dus, als ik maar weer ijs kan ruiken. En zo kwam ik op de eerste ijsdag op 14 september 2013 ’s avonds om zeven uur verzeild in Kardinge door het achterommetje. De verbouwing laat nog geen chique entree aan de voorkant toe en aangezien ik eenvoudig gebleven ben, heb ik mij vrouwmoedig over dit obstakel heen gezet. Toen achterbaks door de achterdeur naar binnen.
Overigens was dat niet het enige achterommetje, want een mens moet in deze barre dagen wel de moed van een rinoceros hebben om vanuit Adorp naar Kardinge te rijden. De halve wereld heb ik gezien vanwege de omleidingen.
Doch oh wat was ik blij!!! De bekende smoelen van Bouko en Kees, dit is alfabetische volgorde, dus daarmee is niet gezegd dat Bouko belangrijker is dan Kees. Neen driewerf neen, ze zijn even belangrijk, het is een team als het ware. Maar hiermee trap ik een open deur in, nou ja zolang ik maar geen wak in het ijs schop. Maar ook de als ijshockeyers vermomde jongelieden, niet altijd herkenbaar, maar dat mag de pret niet drukken. Nu bleken er ook een paar nieuwe smoelen bij. Trouwens ik moet mij dood schamen, want ik keek een tijdje tegen de rug van een goalie aan en ik dacht, gut een nieuweling? Zo’n grote, brede kerel had ik nog nooit gezien. En dat terwijl Tom toch niet uit te vlakken valt. Laat het nou Tom zijn………. Maar als excuus, er werd mij verteld dat hij een geheel nieuwe uitrusting aan had. Anderzijds wat wil je als je die mannen, want jongens is eigenlijk niet meer op zijn plaats, zo lang niet hebt gezien en dat op mijn leeftijd………
Het ging er op los op het ijs, de heren schoten van links naar rechts en voren en achter. Kortom flitsend. Tussendoor ondergetekende even een paffertje, ik ben nog steeds slecht, met mijn welbekende rookvriend, die ik dus gelukkig niet kwijt blijk te zijn. Tenminste daar ga ik optimistisch van uit.
Enfin, aan alles komt een einde en zo reed ik langs een ommelandse reis weer naar huis alwaar ik mijn ‘vee’, te weten een hond en een geholpen kater, bij een voor hen bekende kastdeur vond. Zo van ‘en nu hebben wij ook iets lekkers verdiend’. Terecht vond ik en zo konden we allemaal terugkijken op een fijne avond.
En ik weet nu zeker dat ze de oorlog gaan winnen!!